Maak kennis met de Domeinraad van AVA_Net: Jan Müller Door:
Foto: Beeld & Geluid

Wie zijn de leden van de Domeinraad van AVA_Net? Hoe kwamen zij in het AV-erfgoedveld terecht? En wat betekent AV_Net voor hun sector? Ze vertellen het zelf in deze interviewserie. Deze keer: Jan Müller, directeur-bestuurder van de Regionale Publieke Omroep.

Jan Müller namens de RPO aan het woord tijdens een werkbezoek van de commissie OCW aan het Mediapark (01-10-2021, Foto: Eric Brinkhorst)

“Bundeling van kracht, expertise, kennis is mijns inziens randvoorwaardelijk geworden om verder te komen en relevant te zijn en blijven in die complexe digitale wereld”

“Aangenaam! Ik ben Jan Müller, geboren in 1967, directeur-bestuurder van de Regionale Publieke Omroep (RPO), dat is gevestigd op het Mediapark in Hilversum. Waar ik weer ben teruggekeerd na een periode te hebben gewerkt in Australië, waar ik als CEO van The National Film and Sound Archive heb mogen werken aan de digitale transformatie van dit archief en museum voor film- en broadcastcollecties. In mijn tijd als directeur van het Beeld & Geluid (2008-2017) heb ik in verschillende posities binnen (AV-)archief- en erfgoedgremia mee mogen werken aan de ontwikkeling van deze mooie sector. Zo was ik onder meer voorzitter van de Nationale Coalitie Digitale Duurzaamheid en later Netwerk Digitaal Erfgoed, van Europeana, FIAT/IFTA en PrestoCentre en was ik ook betrokken bij de start van AVA_Net. Ik vind het dan ook ontzettend leuk om als lid van de Domeinraad weer betrokken te zijn bij de verdere ontwikkeling van het AV-erfgoeddomein.

Eind 2008 solliciteerde ik op de functie van algemeen directeur van Beeld & Geluid. Ik had er op de kop af 20 jaar in de commerciële sector op zitten, om precies te zijn in de reclame- en marketing: vanaf mijn stage bij het toen grootste reclamebureau van Nederland, FHV/BBDO, tot en met mijn positie als CEO van Saatchi & Saatchi, onderdeel van een Amerikaans-Franse communicatienetwerk waarbinnen ik de Nederlandse vestiging leidde. Hoewel de overstap van de commerciële wereld naar de publieke sector een grote was, waren er tegelijkertijd toch ook wel veel overeenkomsten – zeker vanuit het oogpunt van waar (in dit geval) de overlap zat: media. De reclamesector was in die tijd net gestart met zijn digitale transformatie en zocht naarstig naar een positie in het digitale domein. Voor Beeld & Geluid gold in feite hetzelfde. In 2007 was gestart met het spraakmakende digitaliseringsproject ‘Beelden voor de Toekomst’. Een project dat 7 jaar zou duren en waarin Beeld & Geluid, EYE Filmmuseum, het Nationaal Archief en Kennisland meer dan 90 duizend uur video, 20 duizend uur film, zo’n 100 duizend uur audio en 2,5 miljoen foto’s hebben geconserveerd en gedigitaliseerd. Het project had een groot effect op de ontwikkeling van digitale cultuur, in Nederland en daarbuiten. Nooit had op zó’n enorme schaal, waar dan ook in de wereld, digitalisering van erfgoed plaatsgevonden. Beelden voor de Toekomst heeft innovatie in de erfgoedsector flink aangezwengeld, op het gebied van productie, beschikbaarstelling, toegankelijkheid, vindbaarheid, hergebruik etcetera.

Het heeft mij geleerd dat digitalisering van cruciaal belang is voor het voortleven van cultuur in algemene zin, maar ook dat ‘digitaal’ en digitale transformatie een continu proces is. Het houdt nooit op. De wereld, de maatschappij, de sector en onze gebruikers veranderen, en wij – de hoeders van ons (digitale) AV-erfgoed – zullen mee veranderen. Ik vind dat fascinerend. Als ik zie wat er in 2021 allemaal mogelijk is, vergeleken met wat we destijds bij Beeld & Geluid konden toen we aan het begin van onze digitale transformatie stonden, dan is dat iets waar we met elkaar heel erg trots op kunnen zijn.

Zijn we dan nu klaar? Nee, volgens mij valt er nog steeds een wereld te winnen. Denk alleen al aan de rol van AV-erfgoedinstellingen in de digitale samenleving. Of hoe we onze positie en propositie richting onze gebruikers verder zullen gaan invullen: digitale ervaringen binnen en buiten de muren van onze instellingen, vergaande collectieontsluiting op basis van de zich steeds verder ontwikkelende technologie, etc. Ik zie bij dat soort grote thema’s een belangrijke rol weggelegd voor organisaties als AVA_Net. Vooral omdat ik heilig geloof in de kracht van netwerken: bundeling van kracht, expertise, kennis is mijns inziens randvoorwaardelijk geworden om verder te komen en relevant te zijn en blijven in die complexe digitale wereld.

Binnen de Domeinraad vertegenwoordig ik het publieke omroepveld. In mijn rol als directeur van Beeld & Geluid pleitte ik al voor het archiveren van het materiaal van de regionale omroepen. Er wordt prachtig, belangrijk werk gemaakt door de dertien omroepen en op basis van hun rol van cultuurdrager in de regio zou ook het regionale AV-erfgoed op de juiste manier moeten worden gearchiveerd. Bij voorkeur op een centrale plaats zodat de collecties ook in samenhang met ander AV-erfgoed (en volgens de Nationale Strategie Digitaal Erfgoed) zichtbaar, bruikbaar en houdbaar zijn. Zover zijn we nog niet. De meeste regionale omroepen hebben hun belangrijkste materiaal in zekere zin (digitaal) veiliggesteld, maar daarna ontbreekt het nog aan een gezamenlijke aanpak. We zijn inmiddels gestart met een pilot op basis waarvan we meer inzichten hopen te verkrijgen in de wijze waarop we zo’n centrale strategie kunnen ontwikkelen.

AVA_Net zal ons daar zeker verder bij kunnen helpen. En op mijn beurt wil ik AVA_Net helpen om zijn plaats als het expertise- en kenniscentrum van de Nationale Audiovisuele Collectie verder uit te bouwen.”

Meer artikelen