Hoe maak je lange, complexe audiovisuele bronnen online toegankelijk voor verschillende doelgroepen zonder eindeloos fragmenten te kopiëren, knippen, converteren en maatwerk te leveren? De Anne Frank Stichting en het Scheepvaartmuseum onderzochten met een Proof of Concept (PoC) of IIIF hiervoor een duurzame oplossing kan bieden. Projectleider Marco Streefkerk van de Anne Frank Stichting vertelt hoe de test verliep, wat het opleverde en welke vervolgstap hij voor ogen heeft.
Wat is IIIF?
IIIF staat voor International Image Interoperability Framework. Het is een door het Netwerk Digitaal Erfgoed gepropageerde set open standaarden die het mogelijk maakt om digitale bestanden, inclusief metadata, direct vanuit de bron online te delen. Zo kun je deze bestanden vanuit verschillende systemen en instellingen combineren, zodat gebruikers ze kunnen inzetten voor onderzoek, onderwijs of creatieve diensten.
Zo gebruikt de Anne Frank Stichting in haar kennisbank historische beelden als illustratie en context. Veel daarvan komt uit de collectie van het Stadsarchief Amsterdam. Voor de PoC hebben we gewerkt met de IIIF-implementatie van het Joods Cultureel Kwartier, maar zodra het Stadsarchief de instructies voor gebruik van IIIF met partijen zoals wij zou delen, dan zouden we deze foto’s en kaarten direct vanuit het archiefsysteem kunnen weergegeven. Inclusief de meest recente beschrijvingen en metadata.
IIIF wordt nu vooral voor foto’s en documenten gebruikt. Waarom wilden jullie het voor audiovisueel materiaal gaan inzetten?
De Anne Frank Stichting en het Scheepvaartmuseum hebben beide AV-bronmateriaal in de collectie dat vanwege de inhoud en juridische status minder geschikt is om in zijn geheel online aan te bieden. Denk aan getuigeninterviews: sommige getuigen worden wel twee uur lang ondervraagd over alles wat ze zich nog herinneren. Dit is wellicht interessant voor onderzoekers, maar andere doelgroepen haken dan af. Zij willen juist kleine fragmenten die aansluiten bij hun vraag. Bijvoorbeeld materiaal uit verschillende collecties, met verschillende geïnterviewden over hetzelfde onderwerp.
Deze korte fragmenten maken we nu zelf. Dat doen we als maatwerk op basis van kopieën van de bronbestanden. We zijn daarbij veel tijd kwijt aan het opvragen van materiaal uit andere collecties, en het knippen en monteren tot één presentatieve video. Dat kan met IIIF flexibeler, efficiënter, duurzamer en meer gebruiksgericht, dachten wij.
De standaard wint steeds meer terrein in de erfgoedwereld, maar als het om AV-materiaal gaat is ze nog volop in ontwikkeling. De PoC gaf ons de kans om hiermee te experimenteren en praktische ervaring op te doen.
Hoe hebben jullie de PoC aangepakt?
Vooraf benaderden we diverse partijen die wij als belanghebbend beschouwden: Beeld & Geluid, Netwerk Digitaal Erfgoed en het EYE Filmmuseum. Uiteindelijk kwamen we bij het Scheepvaartmuseum terecht omdat we geïnteresseerd waren in de ontwikkeling rond hun nieuwe beeldbank. Zij gaven aan nog niet echt met video bezig te zijn, maar het wel interessant te vinden om in onze PoC mee te draaien. Via NDE kwamen we voor financiering bij Verbonden Erfgoed terecht, die juist voor dit soort kleine projecten een regeling heeft.
We investeerden veel tijd in het vinden van een goede technische partner, bij voorkeur een partij waarvan we al diensten afnamen. Toen dat niet lukte, kwamen we via het Scheepvaartmuseum uit bij een relatief nieuwe partij: MovingMedia. Zij beschikte over de benodigde kennis en infrastructuur op basis van het opensource product ResourceSpace. Deze samenwerking verliep goed. We werden bovendien geholpen door de extra uren die MovingMedia in het project wilde investeren. Zo lukte het om de PoC te realiseren en we hebben daarbij veel geleerd.
Wat hebben jullie geleerd?
Een belangrijk leerpunt is dat de weergaveketen niet uniform is. De IIIF AV-specificatie vereist een nauwkeurige structuur van canvassen, ranges en annotations. Kleine fouten of beperkte ondersteuning in viewers leiden tot onvoorspelbare resultaten: in sommige spelers werkt alles correct, terwijl in andere spelers ranges worden genegeerd of transcriptieweergave verloren gaat.
We zijn er in geslaagd om fragmenten uit verschillende bronsystemen te combineren, en daar ligt zeker meerwaarde. We pionierden met IIIF op basis van mp4 (video) en mp3 (audio). Ervaringen bestaan vooral bij ontwikkelpartijen en onderzoek; toepasbare praktijkvoorbeelden van IIIF zijn nog schaars, zeker op het gebied van AV en zeker in Nederland. Het doel was om met virtuele uitsnedes te werken, maar dat bleek in dit tijdsbestek niet haalbaar.
Een pluspunt was dat de software die we gebruikten een basis-ondersteuning voor IIIF bood. Automatische transcripties bleken daarbij heel handig om snel een juiste passage terug te vinden. Met hulp van een buitenlandse aanbieder, die bereid was hun IIIF-viewer voor ons door te ontwikkelen, lukte het uiteindelijk om ook een standaard manifest te gebruiken.

Deze ervaringen brengen ons bij een meer conceptuele vraag die tijdens het experiment vanzelf opkwam. Met IIIF hoef je in principe geen nieuw bestand te maken, maar slechts een virtuele uitsnede uit een bronbestand. Het is interessant om te bedenken of deze uitsnede een blijvend afgeleid informatie-object is in je collectie of meer een soort van verrijking gericht op een tijdelijk gebruiksdoel. Het antwoord op die vraag bepaalt mede of de ontwikkeling zich moet richten op collectiebeheerders of meer op educatieve professionals in erfgoedinstellingen.
Wat leverde de PoC op?
AV in IIIF is geen afgerond hoofdstuk, maar een groeigebied. De PoC bewijst dat de technologie werkt en dat er enorme kansen liggen voor curatoren, educatiemedewerkers en onderzoekers. Maar om die kansen te benutten is samenwerking cruciaal: tussen instellingen, integratiepartners én makers van viewers. Wat helpt? Praktische voorbeelden, gedeelde handleidingen en een paar goed uitgevoerde pilots. Daarmee maken we de stap van experiment naar duurzame toepassing.
De nieuwe kennis nemen we mee in de selectie van ons nieuwe Digital Asset Management Systeem en onze plannen om meer te doen met AV en IIIF. Onze technische partner neemt de bevindingen op in de doorontwikkeling van hun opensource platform.
Wat is de volgende stap?
Met dit interview willen we andere partijen uitnodigen om hun eigen gebruiksscenario’s in te brengen en te gaan experimenteren met IIIF in hun erfgoedpraktijk, samen met hun technische partners. Als ons project voldoende belangstelling krijgt, hopen we genoeg draagvlak en capaciteit te verzamelen voor een vervolgproject, bij voorkeur weer met steun van Verbonden Erfgoed.
Oproep Anne Frank Stichting: Doe mee, denk mee, experimenteer mee
Wil je meer weten over de PoC? Heb je AV-materiaal dat je slimmer wilt delen, verrijken of combineren? Ben je bezig met een DAMS-selectie, een viewertraject of een toegankelijkheidsvraagstuk? Neem gerust contact op met Marco Streefkerk (M.Streefkerk@annefrank.nl). Door ervaringen te bundelen, kunnen we samen werken aan een volgende stap en voldoende draagvlak creëren voor een vervolgproject én verdere ontwikkeling van AV-IIIF in Nederland.
Met dank aan…
Sanna Snellaars van het Scheepvaart Museum en Robert Bol van MovingMedia die vanuit hun betrokkenheid bij het project enkele delen van het verhaal hebben aangevuld.




